Levan Akin, regiseeur van deze film en geboren Zweed met Georgische roots, zag een Pride-optocht in Tbilisi door duizenden religieuze conservatieven ruw worden verstoord. Naast de kerk en het geloof zijn, volgens Akin, de polyfonische zang en de traditionele Georgische dans de belangrijkste pijlers van een ongezond sterk gevoel van nationale trots en saamhorigheid. De aard van de dans is mannelijk en er is geen ruimt voor kwetsbaarheid.
De hoofdpersoon in deze film, Merab, een getalenteerd danser, is een zachtaardige jongen die niet echt past in de Georgische danscultuur. Hij komt daar met nadruk achter wanneer Irakli, een mannelijke mededanser, zijn hoofd op hol brengt.